De Nederlandse tennisliefhebber heeft tegenwoordig weinig meer te klagen als het gaat om onze landgenoten in het herenenkelspel. Zo heeft Botic van de Zandschulp zich door diverse goede prestaties steevast bij de mondiale top-dertig genesteld, weet ook Tallon Griekspoor zich steeds beter te meten met de wereldtop en stuntte Tim van Rijthoven onlangs nog op het gras van Rosmalen door zijn eerste ATP-titel binnen te slepen. Tel daar de puike prestaties van Wesley Koolhof in het dubbelspel bij op en we hebben zo een aantal Nederlandse toppers waar we graag met z’n allen naar kijken. De jaren die net achter ons liggen kunnen weliswaar geen gloriejaren worden genoemd, maar in het verleden heeft Nederland toch echt wel toppers gehad die wereldwijd hoge ogen gooiden. Sjeng Sports geeft een top-acht!
Robin Haase (hoogste positie: 33)
Als we kijken naar het meest recente verleden, dan was Robin Haase degene die lange tijd de best presterende Nederlander was. Haase, in juli 2012 nog even nummer 33 van de wereld, stond in zijn carrière in vijf ATP-finales en won er daar twee van. In zowel 2011 als 2012 was hij de sterkste in het Oostenrijkse Kitzbühel. Daarnaast schreef Haase dertien Challengers op zijn naam en blonk hij ook meermaals uit in het dubbelspel. Onder anderen met landgenoot Matwé Middelkoop (vier keer) legde hij beslag op in totaal zeven ATP-dubbeltitels.
Jacco Eltingh (hoogste positie: 19)
De tijd dat Jacco Eltingh nog tenniste is al een stuk langer geleden. Hij maakte deel uit van de zogenoemde ‘Gouden Generatie’ en was vooral in het dubbelspel met partner Paul Haarhuis van uitzonderlijke klasse. Zo wonnen de twee onder meer zes dubbeltitels op Grand Slam-niveau, met als hoogtepunt het jaar 1998. In dat jaar won het duo de Australian Open, Roland Garros én Wimbledon. Ook in het enkelspel kon Eltingh overigens goed uit de voeten. Zo won hij individuele ATP-titels in Manchester, Atlanta, Schenectady en Kuala Lumpur.
Paul Haarhuis (hoogste positie: 18)
Paul Haarhuis won weliswaar ‘maar’ één individuele ATP-titel (Jakarta), maar wist zich wel tot positie 18 op de ATP-ranking te tennissen. Met name samen met Eltingh won de Eindhovenaar in totaal liefst 54 titels in het dubbelspel, waaronder dus de zes Grand Slam-titels. Inmiddels is Haarhuis captain van het Nederlands Davis Cup-team, waar hij onder anderen Van de Zandschulp en Griekspoor onder zijn hoede heeft. Eerder was hij jarenlang captain van de vrouwen van het Nederlandse Fed Cup-team.
Martin Verkerk (hoogste positie: 14)
Op 15 september 2003 slaagde Martin Verkerk erin om de top-vijftien van de wereld binnen te dringen. Dat had de boomlange Leiderdorper met name te danken aan zijn prestaties op Roland Garros van dat jaar. Verkerk knokte zich naar de finale in Parijs, waar hij uiteindelijk zijn meerdere moest erkennen in Juan Carlos Ferrero. Een paar maanden eerder wist hij met het toernooi in Milaan wel zijn eerste ATP-titel op zijn naam te schrijven, waarvan hij er uiteindelijk twee op zijn palmares kreeg. In 2004 legde hij ook beslag op de eindzege in Amersfoort.
Jan Siemerink (hoogste positie: 14)
Ook Jan Siemerink bereikte, weliswaar vijf jaar eerder, de veertiende positie op de wereldranglijst. Siemerink, eveneens behorend tot de ‘Gouden Generatie’, speelde in zijn loopbaan twaalf ATP-finales en won er hiervan vier. In Singapore (1991), Nottingham (1996), Rotterdam en Toulouse (beide 1998) was hij de beste. Ook in het dubbelspel toonde hij overigens met regelmaat zijn kwaliteiten. Zo pakte hij elf ATP-titels, waaronder drie keer met Richard Krajicek als partner.
Sjeng Schalken (hoogste positie: 11)
Met liefst negen ATP-titels in het herenenkelspel hoort ook Sjeng Schalken zeker in het rijtje ‘beste tennisspelers man aller tijden’ uit Nederland thuis. Schalken, die in april 2003 elfde stond op de ATP-ranking, reikte drie jaar achter elkaar tot de kwartfinale op Wimbledon en haalde op de US Open van 2002 zelfs de halve finale. Hij bereikte twaalf finales op ATP-niveau, waarvan hij er zoals gezegd liefst negen wist te winnen. Met name Rosmalen (drie eindzeges, 2x individueel en 1x in het dubbelspel) en Amsterdam (drie eindzeges in het dubbelspel) waren Schalken goed gezind. In totaal schreef hij zes ATP-titels in het dubbelspel op zijn naam.
Richard Krajicek (hoogste positie: 4)
Richard Krajicek bestormde in 1999 de top-vijf van de wereld en behaalde op 29 maart in dat jaar zelfs de vierde positie op de ATP-ranking. Het absolute hoogtepunt in de loopbaan van de Rotterdammer was de eindzege die hij boekte op Wimbledon in 1996. Daarnaast wist hij nóg eens zestien ATP-eindzeges op zijn naam te schrijven, waaronder twee keer in Los Angeles, Rosmalen, Rotterdam en Stuttgart. Bovendien reikte hij nog negen keer tot een ATP-finale die hij uiteindelijk verloor en legde hij, samen met Siemerink, beslag op drie titels in het dubbelspel.
Tom Okker (hoogste positie: 3)
De Nederlandse oud-tennisser die de meeste titels op zijn naam schreef op ATP-niveau en dan ook de hoogste positie op de wereldranglijst (3) innam, was Tom Okker. Okker speelde tijdens zijn loopbaan liefst 48 (!) ATP-finales, waarvan hij er meer dan de helft (26) ook daadwerkelijk won. Zijn eerste eindoverwinning boekte hij op 14 juli 1968 in het Ierse Dublin, terwijl zijn laatste ATP-zege van 14 oktober 1979 dateert (Tel Aviv). Overigens was Okker niet alleen specialist in het enkelspel. In het dubbelspel pakte de Amsterdammer namelijk liefst 78 (!) titels, onder anderen op de US Open en Roland Garros.
Vind vergelijkbare artikelen
Blog